Deze blog blijft in de sfeer van die aangename vrolijkheid die je krijgt na het lezen van een paar goede boeken.
Zo las en recenseerde ik in de afgelopen weken onder meer ‘Hartstukken’ van Marga van der Vet en ‘De verleidelijke pen’ van Gerbrand Muller.
Zie hier mijn recensies.
Over Hartstukken, uitgegeven door Uitgeverij Partout (2025):
Het verhaal
‘Hartstukken’ is een leuk ogend klein boekje met een frisse omslag, maar verkijk je er niet op! Het is een verhaal over een zware hartoperatie en de nasleep ervan.
De schrijfster is geboren met een hartafwijking waarmee ze aanvankelijk goed kon leven. Totdat… Ja, totdat ze er op 45-jarige leeftijd niet meer omheen kon dat ze zich moest laten opereren. Niet alleen de operatie zelf, maar ook de langdurige ziekenhuisopname en revalidatie hebben hun tol geëist. Het is ondanks de zwaarte van het onderwerp een bijna lichtvoetig verhaal geworden, zodat vorm en inhoud samenvallen.
Het boek
Wat kan Marga van der Vet goed schrijven! Wat een prestatie om een levensbedreigende operatie ‘met alles erop en eraan’ zo te beschrijven dat het voor de lezer een plezierige ervaring wordt. Dankzij een flinke portie goed gedoseerde humor en het vermogen afstand te nemen van eigen sores is het een (h)eerlijk leesbaar boek geworden.
Maar Marga windt er geen doekjes om: ‘Een hartpatiënt voelt zich na de operatie overreden door een goederentrein’, duidelijke taal voor wie dacht dat het eigenlijk wel mee zou vallen. Ze schrijft over de ongemakken en de schaamte van een patiënt die nog maar net is geopereerd, over de fysiotherapie aan het bed, over ‘conditie NUL’, waarvan je de betekenis leert kennen na een ingrijpende operatie en tijdens de langdurige opname daarna. Ze weet het gedicht ‘Denkend aan Holland’ te parafraseren tot ‘Denkend aan het ziekenhuis’ – doe het haar maar eens na.
Ze steekt hartpatiënten een hart onder de riem: ‘Laten wij ons als hartpatiënten niet schamen voor een zwak hart of een slecht hart. Het hart heeft het bovendien al hartstikke druk en geen tijd voor harteloze, hartverwarmende of hartverscheurende opmerkingen, en heeft nu even al zijn krachten nodig voor een hartgrondig herstel’.
Ten slotte, de lezer neme de tips voor ‘De tien liefste cadeaus voor zieken’ ter harte.
Het is een hartstikke aanbevelenswaardig boekje geworden.
En over ‘De verleidelijke pen’, korte verhalen van Gerbrand Muller, heruitgave 2018 door De Sneeuwstorm:
‘De verleidelijke pen’ - vijf korte verhalen - is een verleidelijk boekje, niet alleen vanwege de mooie omslag maar evenzeer door de inhoud. Het is geen gemakkelijke opgave die inhoud te beschrijven of er een samenvatting van te maken. Daar waag ik me dan ook niet aan.
Wat ik wel durf te zeggen, is dat de sfeer die de verhalen oproepen ongeveer het midden houdt tussen dromen en waken, leven en dood, speelsheid en ernst. Waar de droom begint en het waken ophoudt, of andersom, waar leven overgaat in dood, speelsheid in ernst, valt niet te zeggen.
Is het een kermis en zitten de personages of misschien ook de lezer in een draaimolen, een achtbaan? Zijn zij het slachtoffer van hallucinaties? Probeer al lezende maar eens een antwoord te formuleren op die vragen.
Gerbrand Muller heeft kans gezien om met de hiervoor beschreven methodes, als je daarvan al spreken kunt, een aantal existentiële vragen aan de orde te stellen. Nee, ook hier is geen antwoord te verkrijgen. Ik doe mijn best wel een paar voorbeelden te geven.
Wat is waarheid, wat doe je ermee als je haar in bezit hebt of kent? Is waarheid schoonheid of andersom? Wat is verleden, heden of toekomst? Bestaat er zoiets? Wat moet je ermee?
Waarméé je schrijft, zo stelt de verleidelijke pen in het gelijknamige verhaal, doet er niet toe. Het gaat erom hóe je schrijft. Waarna de pen de schrijver van ambtelijke stukken wel eens even laat zien dat en hoe het anders kan.
Waren de drie kerels in ‘Die durft!’ stomdronken, was de waarzegster gek? Heeft zij diegene van de drie die bij haar naar binnen durfde de waarheid verteld? En hoe luidde die dan? Of heeft de durfal alleen maar gedroomd?
Wat is buitenkant en wat is binnenkant? De arme winkelier, die bezeten is van die vraag jeremieert: ‘Geen mens kan het blijkbaar schelen dat hij niet het binnenste binnen tussen zijn vingers kan krijgen, waarom is het dan voor mij een onverdraaglijke gedachte?’
Wat, ten slotte, is ‘de bovenkamer’ en wat de ziel? Een warboel van vragen die raken aan het raadsel van het bestaan.
Na het plezier van het lezen van deze in prachtige zinnen gegoten korte verhalen zullen de opgeroepen vragen de lezer geheid nog een tijdje bezighouden.
Reactie plaatsen
Reacties